Reglement Persoonlijke Nederlandse Kampioenschappen Jeugd 2009 |
Aanvullende bepalingen voor 2009 en wijzigingen t.o.v. 2008:
- In alle drie de groepen wordt met Fischer-tempo gespeeld (zie artikel 6);
- Het speeltempo alsmede het speelschema is voor alle drie de categorieen gelijk (artikel 6);
- Bepaling stand en beslissingwedstrijden, is gewijzigd (artikel 7), artikel 11 is daarmee komen te vervallen;
- Het uitzendreglement is gewijzigd (zie kopje uitzendingen).
Artikel 1: Leeftijdscategorieën
- Dit reglement geldt voor de jaarlijks te houden persoonlijke Nederlandse Kampioenschappen voor de Jeugd. Er wordt gespeeld in de navolgende leeftijdscategorieën:
A-1 jeugd t/m 20 jaar |
A-2 meisjes t/m 20 jaar |
B-1 jeugd t/m 16 jaar |
B-2 meisjes t/m 16 jaar |
C-1 jeugd t/m 14 jaar |
C-2 meisjes t/m 14 jaar |
- De KNSB bepaalt voor iedere leeftijdsgroep of de twee categorieën, jeugd en meisjes, binnen die groep hetzij gescheiden, hetzij gemengd gespeeld worden.
Artikel 2: Organisatie
Telkenmale stelt het bestuur van de KNSB vast:
- de plaats waar en data waarop gespeeld zal worden.
- de uiterste datum waarop de aanmelding van de gerechtigden en de gegadigden voor de extra plaatsen ontvangen moet zijn.
- de leden van het organisatiecomité
- de hoofdwedstrijdleider en de hoofdscheidsrechter in beroepszaken
Artikel 3: Aantal deelnemers en speelronden
- Het aantal spelers per leeftijdscategorie wordt jaarlijks door de Technische Commissie vastgesteld.
- Het aantal ronden is 9.
Artikel 4: Spelregels
De wedstrijden worden gespeeld volgens de spelregels van de FIDE, in de officiële Nederlandse vertaling, uitgegeven door de KNSB (laatste uitgave), voor zover in dit Reglement niet anders is bepaald.
Artikel 5: Indeling
De indeling vindt plaats volgens een tevoren vastgestelde versie van het Zwitsers systeem. Deze versie wordt voor de aanvang van de eerste ronde meegedeeld.
- Indien 80% van de deelnemers of meer een KNSB-rating bezit, vindt de indeling van de eerste drie ronden plaats op grond van de KNSB-rating en daarna op weerstandspunten.
- Indien 50% of meer en minder dan 80% van de deelnemers een KNSB-rating bezit, vindt de indeling van de eerste twee ronden plaats op grond van KNSB-rating en daarna op weerstandspunten.
- Indien minder dan 50% van de deelnemers een KNSB-rating bezit en 80% of meer van de deelnemers een KNSB-Jeugdrating bezit, vindt de indeling van de eerste drie ronden plaats op grond van KNSB-Jeugdrating en daarna op weerstandspunten.
- Indien minder dan 50% van de deelnemers een KNSB-rating bezit en het percentage van de deelnemers die in het bezit is van een KNSB-Jeugdrating tussen de 50 en 80% ligt, dan vindt de indeling van de eerste twee ronden plaats op grond van de KNSB-Jeugdrating en daarna op weerstandspunten.
- Indien minder dan 50% van de deelnemers een KNSB-rating bezit en 50% van de deelnemers of minder in het bezit is van een KNSB-Jeugdrating, dan vindt de indeling van de eerste ronde plaats op grond van loting en wordt daarna op weerstandspunten ingedeeld.
- Indien het aantal deelnemers in een leeftijdsgroep te klein is om de indeling volgens het Zwitsers systeem te maken, bepaalt de hoofdwedstrijdleider welk indelingssysteem gehanteerd wordt, alsmede de bijbehorende tiebreak regels.
Artikel 6: Speeltempo
De KNSB bepaalt telkens of er wel of niet met Fischer tempo wordt gespeeld.
- Indien niet met Fischer tempo wordt gespeeld bedraagt voor de categorieën A-1 t/m C-2 het tempo 40 zetten in 2 uur, daarna 20 zetten in 1 uur en daarna een half uur voor de rest van de partij.
- Indien met Fischer tempo wordt gespeeld bedraagt het speeltempo voor de categorieën A-1 t/m C-2 1,5 uur + 30 seconden per zet voor de eerste 40 zetten en daarna voor de rest van de partij 30 minuten + 30 seconden per zet.
Artikel 7: Bepaling stand
1. De stand wordt allereerst op basis van punten opgemaakt. Als twee of meer spelers in een van de categorieën A-1 t/m C-2 met een gelijk aantal punten eindigen, dan wordt gehandeld als volgt:
1.1. Als twee spelers met een gelijk aantal punten op de eerste plaats eindigen, spelen ze een beslissingsmatch van 2 partijen met een speeltempo van 5 minuten per speler aangevuld met 2 seconden extra tijd per zet. Indien deze match gelijk eindigt, dan start na een pauze van 10 minuten en een nieuwe loting om de kleur een nieuwe serie snelschaakpartijen, met dien verstande, dat de eerste winstpartij de match onmiddel¬lijk beëindigt en de winnaar jeugd- cq meisjeskampioen van Nederland is in de betreffende leeftijdscategorie. Bij deze serie snelschaakpartijen wordt na iedere serie van 2 partijen opnieuw geloot om de kleur. Het speeltempo voor deze sudden death snelschaakpartijen bedraagt: wit 5 minuten, en zwart 6 minuten aangevuld met 2 seconden per zet.
1.2. Als drie of meer spelers met een gelijk aantal punten op de eerste plaats eindigen, wordt hun volgorde bepaald door achtereenvolgens:
- meeste weerstandspunten;
- meeste zwartpartijen
- meeste Sonneborn Berger score
- Koya systeem (In dit systeem tellen voor de tiebreak alleen de partijen van de spelers die minimaal 50% gescoord hebben mee. Geeft dit geen uitsluitsel, dan wordt de volgende puntengroep toegevoegd aan de spelers die 50% of meer gescoord hebben. Geeft ook dit geen uitsluitsel, dan wordt de volgende puntengroep toegevoegd, enz.
- grootste aantal winstpartijen
- onderlinge wedstrijd
- loting
De volgorde wordt bepaald teneinde slechts de hoogst geëindigde twee spelers toe te laten tot de in lid 1 bedoelde beslissingswedstrijden. De beslissingswedstrijden als bedoeld in lid 1 worden gespeeld op dezelfde dag als de laatste ronde van de reguliere jeugdkampioenswedstrijd. Het tijdstip voor aanvang wordt bepaald door de hoofdwedstrijdleider in overleg met het organisatiecomité.
2. De beslissingswedstrijden worden gespeeld volgens de FIDE Regels voor het schaakspel met uitzonderingen van de volgende bepalingen:
De spelers zijn niet verplicht te noteren. In plaats daarvan zal de scheidsrechter die voor de betreffende partij verantwoordelijk is zulks doen;
te allen tijde mogen de spelers dit notatiebiljet inzien;
indien een speler remise claimt volgens een van de leden van artikel 9, zal hij, indien dit door de Spelregels is voorgeschreven, zelf de zet die hij van plan is te spelen op dit notatieformulier schrijven.
3. In alle overige gevallen wordt de volgorde bepaald door achtereenvolgens:
- meeste weerstandspunten
- meeste Sonneborn Berger score
- indien hierdoor geen beslissing wordt verkregen, worden de gelijk geëindigden ex aequo alfabetisch in de eindstand vermeld. Indien er in dit laatste geval een trofee in het geding is, dan wordt er geloot.
Artikel 8: Kampioenen
De winnaar in categorie A-1 krijgt de titel "Jeugdkampioen van Nederland"; de winnares in categorie A-2 krijgt de titel "Meisjeskampioene van Nederland"; de winnaar c.q. winnares in elk der overige categorieën krijgt de titel "Jeugd- c.q. Meisjeskampioen(e) van Nederland t/m .. jaar".
Aan de titel wordt het jaar waarin deze wordt behaald toegevoegd.
Artikel 9: Wedstrijdleider
De hoofdwedstrijdleider is belast met de uitvoering en handhaving van dit reglement en het beslissen in alle geschillen en onvoorziene gevallen welke zich ter plaatse mochten voordoen.
Artikel 10: Beroep
Tegen elke beslissing van de hoofdwedstrijdleider of een wedstrijdleider kan een speler, mits direct na het bekend worden van die beslissing, protest aantekenen. Een dergelijk protest dient schriftelijk te worden ingediend bij de hoofdwedstrijdleider, die voor onverwijlde behandeling door de hoofdscheidsrechter zorg draagt. De hoofdscheidsrechter doet bindend uitspraak.